07 jun De Geit
juli 15, 2020
“Kijk nou Jayme, een geit! Wat heeft hij een mooie sik he? Hoi geit, hoe gaat het met jou? Behh behh!” De geit geeft geen antwoord en kijkt me aan alsof ik gek ben en Jayme heeft geen oog voor de geit, hij kijkt langs hem heen naar het groene bladerdak boven hem.
We lopen al meer dan een jaar hetzelfde rondje. We nemen het kleine steegje langs de prachtige oude huizen en steken de weg over naar het park. We lopen langs de kinderboerderij en kijken naar alle dieren. We lopen een rondje om de boerderij heen en gaan dan het bos in, waar het altijd heerlijk koel is.
We pakten altijd de hobbelige paden en liepen rondjes totdat we alle paden een keer bewandeld hadden. Jayme viel door het gehobbel vaak in slaap en werd altijd precies wakker als we na een uur wandelen onze straat weer in liepen. Soms bleven we ook langer weg, als Jayme honger kreeg kon hij ook buiten de borst krijgen en een luier verschonen kon ook overal.
Nu pakken we geen hobbelige paden meer en valt Jayme ook niet meer in slaap. we blijven ook geen uren meer weg en kunnen niet veel verder lopen dan het kleine rondje dat we altijd al liepen en vaak het begin was van een lange wandeling. Jayme krijgt het heel moeilijk als we hobbelige paden nemen en we lopen met een wagen vol apparatuur, voor het geval dat.
Een jaar geleden droomde ik over wandelingen met Jayme, die dan een dreumes zou zijn en misschien al een beetje begon te lopen. Ik zou met hem naar de kinderboerderij gaan en samen zouden we de dieren eten geven. We zouden kijken naar de geiten en schapen en daarna zou ik Jayme’s handje vastpakken en zouden we samen het bos in lopen.
Nu droom ik over het moment dat we weer iets langer van huis weg durven. Het moment dat Jayme kan zitten in een stoel zonder het meteen benauwd te krijgen. Ik droom over volgende zomer, wanneer we samen weer langs de kinderboerderij lopen en naar de geit kijken en hem eten geven. We doen samen ‘behh’ en gaan daarna verder, het bos in over de hobbelige paden.
No Comments